In de voorbeschouwing over de raadsbehandeling van het
voorstel om In Katwijk op een nieuwe manier aan citymarketing te gaan doen die
ik in de vorige blogaflevering publiceerde blijk ik het helaas bij het recht
eind te hebben gehad. De citymarketing was niet meer dan een aanleiding om een
veldslag tussen College en de Gemeenteraad te ontketenen. Was er dan oorlog ?
Ja, en die had ik ook voorspeld, maar wat ik eerlijk gezegd niet verwacht had
was dat het ook een smerige oorlog zou blijken te zijn.
Maar laten we bij het begin beginnen van wat later een
historisch moment in de Katwijkse politieke geschiedenis zal blijken te zijn
geweest (Nederlands is nog best een moeilijke taal). Een mevrouw van VIP
Katwijk kwam namens de vrijwilligers inspreken. Daar had ze 120 seconden voor.
Daar zeuren we natuurlijk niet over want dat leert de mensen om hun verhaal tot
de essentie terug te brengen en daar is niks op tegen. Misschien moeten we het
voortaan maar een Elevator Pitch noemen. Waar het mij om gaat is dat deze
mevrouw, van wie ik vergeten heb de naam op te schrijven, een en al achterdocht
uitstraalde. Ik neem de burgers serieus en bovendien schat ik de situatie in
dit geval zo in dat hier geen mevrouw aan het woord was waar karakterologisch
of anderszins iets mis mee was.
We kunnen in Katwijk best nog wel meer van die mevrouwen
gebruiken die hun steentje aan de samenleving bijdragen en die de moeite nemen
om op het gemeentehuis te komen vertellen dat er mogelijk iets mis gaat. Mijn
conclusie is dat onze bestuurderen blijkbaar iets niet goed doen want die
mevrouw was niet voor niets zo ongerust. Onze voormannen wekken blijkbaar
onvoldoende vertrouwen met hun handelswijzen en gedrag en dat is een ernstig tekort.
Waar het hier mis gaat heeft niet zozeer met de inhoud van het onderwerp
citymarketing te maken als wel met de manier waarop er bestuurd wordt. We zien een
bepaalde laten we zeggen autocratische bestuursstijl die om voor mij
begrijpelijke redenen botst met wat mensen verwachten en zouden wensen. Noem
het maar de oude politiek.
Er is hier dus geen sprake van de incidentele recalcitrante,
domme of uitsluitend op het eigen belang gefocuste burgers die moeilijk doet. In
feite bleek donderdagavond tussen de regels door dat een meerderheid in de
gemeenteraad op precies dezelfde wijze kijkt naar de manier van besturen van
onze voormannen. Ze hebben er weinig vertrouwen meer in en blijkbaar heeft men
daar aanleiding toe gegeven. Ik heb dat in een vorige blog iets anders geformuleerd
door het de Katwijkse Lente te noemen, de emancipatie van de
gemeenteraad(sleden) die de positie gaan innemen die hun ook rechtens toekomt.
Maar de andere zijde daarvan is het afbrokkelen van het (moreel) gezag van de
regenten die het tot voor kort zo leuk voor het zeggen hadden.
Helaas moet ik constateren dat deze avond meteen ook de
deconfiture liet zien van het CDA. Het CDA viel genadeloos door de mand doordat
bleek dat hun voormannen halve waarheden verkondigden en doordat men rancuneus gedrag vertoonde en geprobeerd had zaken te manipuleren.
Maar men viel vooral door de mand omdat uiteindelijk boven tafel kwam dat het
CDA zich niet alleen onfatsoenlijk en oncollegiaal maar ook in moreel opzicht
onder de maat had gedragen. Ik was eigenlijk zo van de leg door wat er allemaal over tafel kwam dat ik niet meer helemaal kan terughalen of de heisa alleen met de citymarketing of ook met het onderwerp takendiscussie te maken had.
Mevrouw Smits (PvdA) sprak van een misselijk makend
spelletje, de heer Remmelzwaal (SGP) voelde zich geschoffeerd, en Klaas Jan van
der Bent (CU) sprak van sjoemelen en van machtspolitiek, waarbij hij een
uitermate vies gezicht trok. Ik heb weinig zin om de precieze machinaties van
het CDA blok hier te analyseren. Ik neem aan dat de kranten hun werk doen. Ik
krijg er trouwens zelf ook een beetje vies gevoel van als ik me er nog verder
mee moet bezig houden.
Weet u wanneer ik dat gevoel voor het laatst had ? Dat was
bij het legendarisch TV-moment op 7 maart 2002 waarbij Paul Witteman na de
verkiezingsoverwinning van Fortuin met hem, Melkert en Dijkstal sprak. Dat
bleek achteraf een historisch moment te zijn dat in de geschiedenisboeken
terecht is gekomen. Op dat moment werd in één klap duidelijk dat de oude
politiek was losgezongen van wat er in de maatschappij aan de hand was. Ik heb
toen ook na ongeveer 25 jaar lid te zijn geweest van een politieke partij daar
afscheid van genomen en ben me met andere dingen gaan bezig houden.
Zo’n moment van waterscheiding in de politieke geschiedenis
hebben we op lokaal niveau denk ik gisteravond meegemaakt. Het zal nooit meer
zo worden als vroeger beste medeburgers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten